Alle jaarverslagen

Europese verordening voor de uitvoer van cultuurgoederen

(Europese verordening nr. 116/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen)

Sinds april 1993 heeft de Europese Unie een systeem van vergunningen om cultuurgoederen uit te voeren. In de bijlage bij de Verordening staat een lijst van categorieën. Cultuurgoederen uit een van die categorieën kunnen alleen buiten de Europese Unie gebracht worden als de uitvoerder een vergunning heeft.

In België bepaalt het grondgebied waarop het cultuurgoed zich bevindt, welke overheid de uitvoervergunning aflevert. Voor cultuurgoederen in Brussel kiest de uitvoerder vrij bij wie hij zijn uitvoervergunning aanvraagt.

In 2014 leverde Kunsten en Erfgoed 333 uitvoervergunningen af (208 in 2013).

Er werden 266 vergunningen afgeleverd voor definitieve uitvoer. Het ging daarbij vooral om archeologica (426 objecten voor 187 uitvoervergunningen) en schilderijen (46 schilderijen op 41 uitvoervergunningen). Veel cultuurgoederen waarvoor een definitieve uitvoervergunning afgeleverd werd, komen echter terug naar België. Galeries vragen voor buitenlandse kunstbeurzen immers altijd een definitieve uitvoervergunning aan. Zo kan het cultuurgoed ter plekke blijven wanneer het op de beurs verkocht wordt. Is dat niet het geval, dan komen de cultuurgoederen na afloop van de beurs terug naar België.

In 2014 werden er 67 uitvoervergunningen afgeleverd (77 in 2013) voor tijdelijke uitvoer. Bij tijdelijke uitvoer blijft de uitvoerder steeds verplicht om het cultuurgoed na afloop van de toegestane periode terug naar België te brengen. Het ging daarbij vooral voor schilderijen, uitgeleend voor tentoonstellingen in het buitenland.

Voor de opvolging van de verordening werd door de Europese Commissie een comité opgericht met experten uit de lidstaten. Voor Vlaanderen volgt Kunsten en Erfgoed – cel Topstukken de werking van dit comité op (Committee on the export and return of cultural goods).